De menhirs van het Vauluisantbos
In het noordelijke deel van het departement kun je onverwacht oog in oog komen te staan met een van de archeologische overblijfselen in het bos van Vauluisant bij Saint-Maurice.
Vele millennia geleden zijn in de vallei van de Orvin deze dolmen, menhirs en hunebedden tijdens het neolithicum opgericht. (Het neolithicum wordt ook wel de jonge of nieuwe steentijd genoemd. Het is de prehistorische periode die ca. 11000 v.Chr. begon, en duurde tot de bronstijd. Deze periode wordt gekenmerkt door technische en sociale veranderingen. Deze kwamen voort uit de overgang van een samenleving van jager-verzamelaars met een rondtrekkend bestaan naar een samenleving van mensen die in nederzettingen woonden (sedentarisme) en aan landbouw en veeteelt deden. Zij legden voorraden aan voor slechte tijden. Men spreekt ook wel van de neolithische revolutie.)
Volksgeloof
Deze verspreid liggende stenen, voornamelijk te vinden in de bossen van Lancy enTraînel, hebben eeuwenlang allerlei populaire ideologieën gevoed. Ideologieën met duivelse invloeden en bloedige opofferingen, vooral van de Galliërs.
Ten oosten van de RD 25, tussen Saint-Maurice en La Chaume vind je de Lancy dolmen, met de menhirs eromheen. Deze dolmen zijn een van de meest opmerkelijke monumenten in de Senonais door de grootte, de staat van onderhoud en de kwaliteit voor de omgeving.
In de richting van Saint-Maurice, een paar honderd meter links en ten westen van de RD 25, langs een rotsachtig pad, kun je de overblijfselen van de twee hunebedden in het bos van de Traînel vinden. Ze zijn weliswaar ingestort doordat ze voortijdige opgegraven zijn rond 1910.
Dan heb je nog de Bertauche (of Bardauche) dolmen in het gelijknamige bos. Deze kun je vinden in de buurt van Thorigny-sur-Oreuse. Ze zijn zo’n veertig jaar geleden ontdekt door Henri Cymérys en Daniel Buthod-Ruffier.
Pas-Dieu
Op de grens van Sognes en Saint-Maurice ontdekte men de legendarische menhir van Pas-Dieu, die in de 18e eeuw werd gebruikt als scheidslijn tussen de domeinen Villeneuve, Trancault en Charmesseaux. Deze domeinen werden in de Middeleeuwen Heerlijkheden genoemd. De Heer van een Heerlijkheid had het dagelix gerecht over burgerlijke zaken en kleine vergrijpen in dat gebied met daaraan verbonden inkomsten (belastingen) en verplichtingen (bescherming, ordehandhaving). De Pas-Dieu dankt zijn legendarische naam aan de confrontaties tussen de demon en de schepper. De Prins van de Duisternis had God uitgedaagd: Wie van ons twee is in staat de vallei tussen Sognes en de Vignot met een sprong over te steken. De Prins van de Duisternis pochte dat hij die moeiteloos kon maken, maar hij faalde en de Goede God bereikte met een fantastische sprong het doel en drukte zijn voet op de rots die vanaf toen Pas-Dieu werd genoemd.
De megaliet bevindt zich op een rots in het Bois du Vignot, kijkend naar Sognes.
Aart Sierksma
Bron: Les coups de cœur de nos correspondants : les mégalithes de la forêt de Vauluisant