Kernenergie

Geschreven door
Aart Sierksma
Geschreven op
7 februari 2022
Categorie

We zijn een dag in Dampierre-en-Burly, een gemeente die rijk is geworden sinds de installatie van een kerncentrale in 1980. De bewoners kunnen hun geluk niet op: Een nieuw zwembad, bioscoop, dokterspraktijk… Terwijl de nucleaire kwestie een hoofdthema is tijdens de presidentiële campagne, praten de bewoners het liefst over de begintijd toen de centrale werd gebouwd.

Wij zijn een zeer rijke gemeente, duidelijker kan ik het niet zeggen’, schept Serge Mercadié, de burgemeester van Dampierre-en-Burly, op, hoewel hij niet het opschepperige type lijkt. Dampierre, een dorpje in de Loiret, op 45 minuten van Orléans. Met zijn 17e -eeuws kasteel, zijn vijvers, zijn bossen en zijn verspreid liggende boerderijtjes… aan de voet van de kerncentrale. Verborgen in de dichte mist van deze ijzige januari, worden de vier 160 meter hoge torens al decennia lang gezien als een zegen voor de gemeente.

De burgemeester die hier 68 jaar geleden is geboren, heeft de veranderingen stukje bij beetje van dichtbij meegemaakt.

Mijn ouders runden een café-restaurant toen de kerncentrale werd gebouwd, net voor 1980… Ze zorgden voor 200 maaltijden per dag! Er waren elke morgen 100 mensen op het dorpsplein, die een baan kregen bij de centrale, en dat duurde zeker een paar jaar. Dampierre telde toen 850 inwoners. Op dit moment zijn dat er 1.500, met een begroting van een stad van 15.000 inwoners. We praten hier over drie miljoen euro aan investeringen dit jaar, tien keer meer dan een naburige gemeente van vergelijkbare grootte’.

Om te zien hoe de kerncentrale CNPE (Centre Nucléaire de Production d’Électricité), zoals die hier officieel heet, zijn gemeente een boost heeft gegeven, neemt de volksvertegenwoordiger ons mee op een rondleiding langs de installaties die gebouwd zijn ‘dankzij het geld van de EDF’. ‘ Elk jaar draagt EDF bijna 70 miljoen euro af aan lokale belastingen in de hele regio, waarvan 400.000 euro per jaar naar Dampierre vloeit’.

Zijn armen zwaaien in het rond: ‘Er is een praktijk met een arts, drie fysiotherapeuten, een chiropodist, een osteopaat en binnenkort een kinderarts. Verbazingwekkend, in een regio die bekend staat als de grootste medische woestijn van Frankrijk.’

Hij hervat zijn wandeling: ‘Daar is het stadion, het skatepark… Iets hogerop het zwembad. Ons dorpshuis heeft een bioscoopzaal met 200 zitplaatsen. En in de afgelopen vijf jaar heeft Dampierre er vijf winkels bij gekregen: Een kringloopwinkel, een wasserette, een schoonheidssalon, een trimsalon en een textielwinkel. Dit alles trekt veel jonge gezinnen aan. Honderdnegentig kinderen gaan hier naar school en krijgen een schoolmaaltijd voor slechts 1 euro.’

Serge Mercadié, die zijn geluk niet op kan, praat bijna verontschuldigend. Deze krachtcentrale die het hele gebied van energie voorziet kan in zijn ogen geen fout doen. ‘Zelfs de waterdamp die uit de torens ontsnapt blijft niet boven ons dorp hangen maar trekt richting de naburige gemeenten, waar je de wolken kunt zien hangen! Maar ook zij hebben niks te klagen. De CNPE zorgt voor veel banen ook buiten de grenzen van Dampierre.

Werk voor 9.100 mensen

Het onderzoeksbureau Insee heeft berekend dat 9.100 mensen een baan hebben gevonden die afhangt van de vier kerncentrales in dit gebied, die tot de oudste van Frankrijk behoren en 6% van de elektriciteit van het land leveren.

De dreiging van sluiting van twee ervan zorgde in de omgeving voor veel onrust. In juni 2021 is een begin gemaakt met een ‘grote opknapbeurt’ om sluiting nog een tijdje uit te stellen. Ook deze hersteloperatie, waarbij honderden extra werknemers zijn betrokken, brengt weer geld in het laatje bij de plaatselijke ondernemers. Om nog maar te zwijgen van de overnachtingen.

Wij halen hier 70% van onze lunchklanten vandaan’, zegt Aurélie, de bakker, die twee jaar geleden met enige tegenzin kwam, maar nu dolblij is. ‘We hebben een welgestelde klantenkring, die niet op hun uitgaven letten’. Dat geldt ook voor de bar-tabac Le Relais waar 75% van de clientèle nauw of op afstand verbonden is met de kerncentrale.

De winkeliers zijn niet bepaald bezig met de komende presidentsverkiezingen, terwijl die wel over het lot van hun levensonderhoud kunnen beslissen. ‘Ik volg dit van een afstand,’ lacht Arnaud Strobel, de eigenaar van het Relais, terwijl hij tegen een tafel leunt. ‘Het is niet echt een onderwerp van gesprek hier’. En als ze de fabriek sluiten? ‘Dan duurt het nog tientallen jaren om de centrale te ontmantelen, dus we hebben nog wel even werk. Minstens vijftien tot twintig jaar’, voorspelt de chef van de supermarkt, die zich geen zorgen maakt.

Het risico van een nucleaire ramp is hier ook geen onderwerp van gesprek. ‘EDF verscherpt steeds opnieuw de veiligheidsvoorschriften, zoals na Fukushima,” betoogt de burgemeester. ‘Maar zelfs na die ramp in Japan leidde dat hier niet tot nieuwe inzichten. We hebben allemaal de centrale bezocht en zijn gerustgesteld. En vergeet niet dat bijna iedereen hier wel wel een familielid heeft die daar werkt.’

Kaarslicht

En de inwoners, kunnen zij nog rustig slapen na Fukushima of Tsjernobyl? ‘Als de boel ontploft, zijn wij de eersten die hier wegvluchten’, lacht Martine, die al dertig jaar in haar huis aan de voet van de koeltorens in het gehucht Biauche woont. ‘Als we ze sluiten, wat moeten we dan? Gaan we dan weer terug naar kaarslicht?’

Afval

Maar er zijn ook andere geluiden. ‘We hebben het er hier gewoon niet over de gevaren, we steken onze kop in het zand,’ zegt Serge Mercadié. Ons egoïsme heeft de overhand. Wanneer er voorlichtingsbijeenkomsten zijn, komen er zo’n twintig mensen op af van wie een derde volksvertegenwoordiger is.’

Het nucleaire afval is natuurlijk wel een probleem’, zegt Clément, 30, die bij RTE werkt. ‘Maar ik heb vertrouwen in de manier waarop in Frankrijk met nucleaire veiligheid wordt omgegaan.’

Logischerwijs maakt Françoise Pouzet, voorzitster van Sortir du nucléaire Berry-Giennois-Puisay, zich meer zorgen. ‘Sommige bewoners, die 70/80 jaar oud zijn, vallen ons soms aan, omdat ze van de hel in de hemel zijn beland. Vroeger was hier niets en nu hebben we allerlei prachtige voorzieningen, zeggen ze. Voor hen zijn er alleen maar voordelen. Maar het zijn de toekomstige generaties die de rekening moeten betalen voor het afval, zolang er geen ongelukken gebeuren.’

Wat stellen de presidentskandidaten voor

Stoppen, vertragen of verhogen van de energieproductie via kernenergie? De voorstellen van de belangrijkste presidentskandidaten:

De bijna-kandidaat Emmanuel Macron (LREM) wil het aandeel van kernenergie in de elektriciteitsproductie terugbrengen tot 50% (70% nu) tegen 2035. Maar hij wil enkele tientallen miljarden in de sector investeren met de bouw van kleine reactoren.

Zijn concurrente ter rechterzijde, Valérie Pécresse (LR), is voorstander van kernenergie en stelt voor de levensduur van reactoren te verlengen tot 60 jaar (40 nu), en zes nieuwe reactoren te bouwen.

Marine Le Pen (RN) wil ook zes EPR’s bouwen en wil de centrale van Fesseinheim heropenen als zij wordt verkozen. Zij had afgelopen najaar om een moratorium op de ontmanteling gevraagd, zodat zij er volgend voorjaar op terug kon komen.

Éric Zemmour van zijn kant stelt voor veertien nieuwe reactoren te bouwen en ook de levensduur van de oudste tot 60 jaar te verlengen.

Nicolas Dupont-Aignan (DLF) is voorstander van elektriciteitscentrales van de toekomstige generatie.

De kandidaat voor EE-LV, Yannick Jadot, stelt voor om tegen 2035 tien reactoren (van de 56) te sluiten.

De socialiste Anne Hidalgo wil van kernenergie af, maar niet voor 2050, en weigert nieuwe centrales te bouwen.

Jean-Luc Mélenchon (LFI) is een felle tegenstander. Hij wil vóór 2040-45 uit de kernenergie stappen door over te schakelen op windenergie, maar vooral op getijdenenergie, om tegen 2050 100% hernieuwbare energie te bereiken.

Christiane Taubira is gematigder, zij wil het aandeel van kernenergie verminderen en stelt een referendum over dit onderwerp voor.

De communist Fabien Roussel wil nieuwe elektriciteitscentrales bouwen en EDF en ENGIE nationaliseren om een groot openbaar energiecentrum op te richten dat de prijzen kan bepalen.