De prijs van water schommelt tussen 1 en 3,75 euro per kubieke meter. Waarom is er zo’n groot verschil?
Grofweg zijn er drie factoren die van belang zijn:
- De geografische ligging van de gemeente.
- De politieke situatie.
- De geschiedenis.
Op de waterrekening staan twee hoofdrubrieken aangegeven: drinkwater en sanitair. Deze zijn weer onderverdeeld in: abonnement, consumptie, BTW… voor een totaal dat soms sterk verschilt van gemeente tot gemeente.
Wel of geen abonnement
Een jaarlijkse bijdrage wordt overeengekomen tussen de plaatselijke autoriteit (de gemeente, het samenwerkingsverband van gemeenten) en het bedrijf dat het water beheert: Saur, Véolia of Suez.
Het kan ook zo zijn dat de gemeente gekozen heeft om de waterhuishouding niet over te dragen. In dat geval heeft de gemeente het water in eigen beheer. Dit is vaak het geval in plattelandsgemeenten. Een gemeente met een eigen openbare dienst wint aan autonomie en is vaak voordeliger uit. Een gemeente die het beheer overgedragen heeft aan een waterbedrijf heeft er verder geen omkijken meer naar en heeft geen personeel te managen.
Het abonnement financiert gedeeltelijk de investeringen die in het netwerk moeten worden gedaan en die door de gemeenschap en het waterbedrijf worden betaald. Het is een basis voor alle gebruikers, ongeacht hun verbruik, om de werkzaamheden te helpen financieren. In het geval van een tweede huis bijvoorbeeld, zou het verbruik niet de kosten dekken van het onderhoud van het netwerk naar de woning. Het abonnement compenseert dat.
Hoeveel water verbruik je
Een huishouden van drie personen verbruikt gemiddeld 120 m³ water per jaar. Op de rekening wordt bij de rubriek ‘verbruik’ logischerwijs meer in rekening gebracht aan degenen die dit gemiddelde overschrijden. Maar het is niet alleen de prijs van het verbruikte water dat in rekening wordt gebracht. Er kan ook een vergoeding zijn voor de financiering van bijvoorbeeld een stuwdam of een aandeel dat dient om de werking van de infrastructuur te financieren. Wat in rekening wordt gebracht is evenredig met het verbruik.
Er is ook een deel van de rekening dat naar de watermaatschappijen gaat. Dit geld wordt gebruikt om watervervuiling tegen te gaan, de waterkwaliteit te verbeteren, de watervoorraden in stand te houden, waterzuiveringsinstallaties te bouwen, de waterwegen te herstellen… Het kan ook worden herverdeeld onder lokale overheden, bijvoorbeeld via subsidies wanneer zij hun netwerk moderniseren. Het kan ook diensten financieren, zoals de watervoorziening van het departement.
Hoeveel BTW
Dit is de belasting die aan de staat wordt betaald: 5,5% voor drinkwater en 10% voor sanitaire voorzieningen. Deze belasting kan worden terugbetaald in de vorm van subsidies aan lokale overheden, met name in het kader van de Dotation d’équipements des territoires ruraux. Voor een gemeente met minder dan 3.000 inwoners is deze BTW facultatief. Gemeenten die deze niet betalen, krijgen deze echter niet terug in geval van werkzaamheden.
Welke onderhandelingen zijn mogelijk?
Over contracten tussen lokale overheden en waterbedrijven wordt om de 12 jaar opnieuw onderhandeld, of sinds de wet-Sapin om de 20 jaar. Voorheen konden deze contracten 50 jaar duren. Bij de heronderhandelingen hangt alles af van de concurrentie tussen de waterbedrijven: is die sterk, dan dalen de prijzen, zo niet, dan stagneren ze.
Geografische ligging en hulpbronnen
Als de woningen ver uit elkaar liggen, is het netwerk uitgebreider en duurder in onderhoud. Als er een bron boven de gemeente ligt, hoeft er niet te worden gepompt, omdat de zwaartekracht zijn werk doet, en hoeft het water niet te worden gezuiverd, omdat de kwaliteit al goed is.
Maar in het algemeen wordt er bij het opstellen van de waterfactuur rekening gehouden met alle factoren die een rol spelen. Het waterbedrijf of de overheid is verplicht de begroting in evenwicht te houden: zij berekenen hun personeelskosten, hun leningen, hun toekomstige investeringen en bepalen aldus de rekeningen voor de afnemers.
Aart Sierksma
Bron: Facture d’eau : on vous explique ce que vous payez et pourquoi [Marlène Martin]