Harry Verstappen: eerbetoon aan de mannen van Mhère
Om nooit meer te vergeten.
Dit boekwerk van meer dan 300 pagina’s werd geschonken door Harry Verstappen aan de gemeente Mhère en aan de ‘Union Française des Associations de Combattants et des victimes de guerre (U.F.A.C.).
Een herdenkingsboek geschreven en uitgegeven door hemzelf, getiteld ‘Hommage aux hommes de Mhère, morts pour la France’. Van elke naam, vermeld op het monument, beschrijft Verstappen de identiteit, de familielijn, persoonlijke eigenschappen en een zeer gedetailleerde militaire geschiedenis vanaf het moment van in dienst gaan tot het moment van sterven. Foto’s van graven, soms van massagraven, reproducties van stafkaarten en gevechtsrapporten maken deze verhalen compleet.
Geschiedenis, lijden
Op het monument voor de doden van 1914 tot 1919 in Mhère zie je de namen van vijfenvijftig soldaten, die zijn omgekomen of verdwenen. Harry Verstappen, een Nederlander die sinds 2006 permanent in de Nièvre woont, was verrast door de jaarlijkse samenkomst van de bevolking voor het oorlogsmonument op 11 november. “Elke 11 november stelde ik mezelf de vraag: wie waren deze jongens en mannen? Wat weten we over hun geschiedenis, hun lijden, hun pijn en hun inspanningen?”
In het voorwoord wijst hij erop dat Nederland tijdens de eerste wereldoorlog neutraal was en dat hij, vanaf het moment dat hij zich definitief in Mhère gevestigd had, elk jaar op 11 november aanwezig was “om de mannen van het dorp die vermist, gedood of gestorven waren te eren.”
Harry Verstappen was politie-inspecteur in Nederland. Drie jaar lang zocht hij vastberaden op internet, in de archieven van de Nièvre en van het Ministerie van Defensie, op sites voor genealogie zoals het ‘Memorial Gen Web’ en in de archieven van Mhère. “De Franse overheid heeft hard gewerkt om de archieven openbaar te maken. Veel documenten zijn gedigitaliseerd en online beschikbaar.”
Slapeloze nachten
Hij kreeg veel informatie op een internetforum waar liefhebbers, zoals hij, informatie uitwisselen. Hij kon zelfs informatie bemachtigen over de organisatie van het Franse leger met foto’s van graven en ossuaria (knekelhuizen). Zelf voegde hij foto’s toe, die hij onderweg maakte wanneer hij naar Nederland reisde. Hij moet lachen als hij terugdenkt aan al die nachten zonder slaap. “Drie jaar lang heb ik allerlei informatie verzameld: van de burgerlijke stand, van de mobilisatie, inschrijvingen, werving, instructieopdrachten, medailles, gevechtskaarten, omgekomen soldaten, begrafenisplaatsen.”
Harry Verstappen heeft ook enkele fouten bij het dodenmonument achterhaald: verkeerd gespelde achternaam, omkering van voor- en achternaam, dubbele vermelding op een monument van een naburige gemeente. Maar ook ontdekte hij fouten en onnauwkeurigheden in citaten en arresten van de rechtbanken van Clamecy en Château-Chinon.
Een andere kijk op de oorlog
“Ik ben gegrepen door het verhaal van een jongeman van 18 jaar, die stierf tijdens een bombardement en nooit een graf heeft gekregen. Dit onderzoek heeft ertoe geleid dat ik een ander beeld van de oorlog heb gekregen. In ieder geval anders dan in de boeken staat beschreven. Ik vond geen enkele erkenning in de dood van deze soldaten. Ik ben geen antimilitarist, omdat ik zelf in het leger heb gediend, maar bepaalde bevelen van de generaals waren puur gekkenwerk. Bijvoorbeeld die van nooit terugtrekken en die van opeenvolgende aanvallen met dezelfde resultaten van mislukking”.
Feiten
Wie waren deze vijfenvijftig mannen? De compilatie van de gegevens verzameld door Harry Verstappen levert veel verduidelijkingen op. Het waren allemaal infanteristen of artilleristen van 19 tot 44 jaar oud. Zestig procent was jonger dan 30 toen ze stierven en zeven procent was 40 jaar of ouder. Er waren negen onderofficieren, sergeanten of korporaals, maar geen officieren. Achtenveertig gesneuvelden zijn geboren in de Nièvre, drieëndertig woonden in de gemeente Mhère. Er waren vierenveertig boeren of landarbeiders. Tweeëntwintig procent wordt als vermist beschouwd. De meeste gehuchten hebben wel een man verloren in deze oorlog.
Het boek is verkrijgbaar bij het gemeentehuis
De beroemde zinsnede uit ‘Je me souviens de ceux de 14’ van Maurice Genevoix (luitenant en romancier): ‘Ce que nous avons fait, c’est plus qu’on ne pouvait demander à des hommes et nous l’avons fait’.
Aart Sierksma
Bron : Harry Verstappen l’a remis, dimanche, à la municipalité et à l’association des Anciens combattants [Jean Sarcinella]