Ondergrondse jacht op dassen en vossen
In de wintermaanden zijn veel jagers bezig met het opsporen van dassen en vossen. De uiteindelijke bedoeling is deze dieren te vangen in hun hol. In de Nièvre en omgeving zijn genoeg liefhebbers voor deze jachtpraktijk te vinden. Het maakt ook deel uit van de noodzaak om deze soorten te reguleren.
Het begint met het plaatsen van één of meerdere honden bij de ingangen, ook wel ‘monden’ genoemd. Daarna begint het wachten. De jagers kunnen niets anders doen dan de reacties van de speurhonden volgen, die hun aandacht strak gericht hebben op de mond van het hol.
Het gebruik van slechts één hond kan al voldoende zijn. Het kost dan gewoon meer tijd voordat de te vangen dieren in het nauw gedreven zijn. De keuze om slechts één hond te gebruiken is in ieder geval beter voor de hond. Hij of zij kan zich sneller terugtrekken, zodat de kans op ernstig letsel voorkomen kan worden.
De jagers komen in actie als de vos of das geen kant meer op kan; wanneer hij gevangen zit in zijn eigen hol en alle uitgangen afgesloten zijn. De jagers gaan dan een geul graven in lijn met de plaats waar het opgejaagde dier vastzit. De honden zorgen ervoor dat het slachtoffer niet kan ontsnappen. Zij zijn hier speciaal op getraind.
Het kan voorkomen dat jagers tot vier meter diep moeten graven. Het is dus een veeleisende jacht voor deelnemers die redelijk fit moeten zijn. Een goede conditie en kennis van zaken zijn essentiële kwaliteiten. De jagers wisselen bij het graven zo regelmatig mogelijk af. Dit neemt niet weg dat deze jacht fysiek bijzonder zwaar is. Ze gebruiken schoppen met kleine handvatten, spades, houwelen en boren.
Op het moment dat het hol wordt bereikt, is het eerste doel van de jager om de honden weg te sturen, zodat er geen confrontatie tussen de honden en het slachtoffer plaatsvindt. Nu moet het wild gevangen worden. De jagers dragen hiervoor, om beten te vermijden en ook om het dier geen pijn te doen, speciaal aangepaste tangen. Het doden van het dier moet onmiddellijk plaatsvinden na het vangen.
Elke ploeg kan maximaal vijftien honden hebben die ondergronds kunnen werken. In Frankrijk worden ongeveer 15.000 honden regelmatig gebruikt voor de ondergrondse jacht. In de Nièvre zijn vorig jaar 145 dassen gevangen door tien jachtteams.
Aart Sierksma
Bron: ljdc, La vénerie sous terre: un mode de chasse peu connu dont la saison se clôt aujourd’hui [Jean-Michel Benet]